Bescherming persoonlijke levenssfeer

Het recht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer is een grondrecht, onder meer vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.

D66 maakt zich al langer zich sterk voor dit recht: ze verzette zich tegen het verstrekken van passagiersgege­vens aan de Verenigde Staten, en ze bepleit het invoeren van een Europees Meldpunt Identiteitsdiefstal. Privacy is ook een publiek goed. Een aantasting van privacy tast dus ook het weefsel van de samenleving aan.

Bescherming van de persoonlijke levenssfeer is bij uitstek een probleem dat nationale grenzen overschrijdt. D66 zet zich daarom in voor het Europees en ook mondiaal vastleggen van maatregelen die persoonsgegevens beschermen. • Privacy impact analyses. Projecten waarbij de opslag van persoonlijke informatie een rol speelt, moeten worden onderworpen aan ‘privacy impact analyses’.

Voor publieke partijen is dit verplicht (vergelijkbaar met een milieueffectrapportage). Private partijen moeten desgevraagd kunnen aantonen dat ze verantwoord met risico’s omgaan en niet in strijd handelen met de Wet Bescherming Persoonsgegevens.

• Horizon wetgeving. D66 wil dat wetten en regelgeving die op gespannen voet staan met de privacy van burgers na een van te voren vastgestelde periode actief moeten worden verlengd en anders worden stopgezet. D66 wil ook een geregelde evaluatie en (eventuele) herziening van bestaande regelgeving die de privacy raakt.

• Niet zonder toestemming koppelen dossiers. D66 meent dat verschillende dossiers niet zonder toestem­ming gekoppeld morgen worden en dat burgers altijd hun eigen data moeten kunnen inzien: persoonsgege­vens zijn eigendom van het individu, niet van de overheid.

• Bewaarduur van gegevens. De kosten van opslag en gebruik van persoonsgegevens voor wetshandhaving en veiligheid moeten worden gedragen door de vragende instantie.

• Meer bevoegdheden CBP. Het College Bescherming Persoonsgegevens krijgt de bevoegdheid direct boetes op te leggen bij het overtreden van de Wet Bescher­ming Persoonsgegevens en de bevoegdheid deze overtredingen ook publiek te maken. Een lek of diefstal van persoonlijke gegevens moet door de beheerder van die gegevens bekend worden gemaakt. Het CBP wordt omgedoopt tot de Nederlandse Data Autoriteit. D66 wil de capaciteit van de Nederlandse Data Autoriteit vergroten om klachten over privacyschending in behandeling te kunnen nemen en hulp te kunnen bieden aan slachtoffers van schending van de persoon­lijke levenssfeer.

• Gezamenlijk procederen. Het schenden van privacy levert bijna altijd immateriële schade op voor betrokke­nen. Het optreden van burgers daartegen is helaas geen vanzelfsprekendheid. Zij zouden daarom de mogelijkheid moeten krijgen om in groepsverband te procederen tegen onrechtmatig gebruik van persoons­gegevens.

• Laagdrempelige klachtenregeling. Private partijen die persoonsgegevens gebruiken voor commerciële doeleinden moeten verplicht een eenvoudig toegankelij­ke klachtenregeling opzetten. Hetzelfde geldt voor publieke organisaties die persoonsgegevens gebruiken voor een efficiënte bedrijfsvoering. Dit betekent dat burgers niet direct hoeven te kiezen voor een civiele procedure of voor het aankloppen bij de Autoriteit Bescherming Persoonsgegevens.

• D66 wil een Meldpunt voor Slachtoffers Identiteitsfraude.