Veel boa-werkgevers voldoen nog altijd niet aan de Wet politiegegevens (Wpg), zo blijkt uit onderzoek van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Geen van de onderzochte boa-werkgevers kan aantonen dat zij persoonsgegevens verwerken in overeenstemming met de Wpg.

Volgens de AP kan een boa door iemands gegevens te registreren een grote invloed hebben op het leven van die persoon. Zo kunnen boa’s een proces-verbaal opmaken, dat in het strafrecht speciale bewijskracht heeft en onder meer voor politietaken is te gebruiken. Daarnaast kunnen geregistreerde gegevens worden opgenomen in een persoonsdossier of gebruikt worden voor een beoordeling van een aanvraag voor een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG).

"Het registreren van onjuiste informatie of een onzorgvuldige omgang met deze informatie, kan ertoe leiden dat iemand ten onrechte geen VOG kan krijgen", zo stelt de privacytoezichthouder. Eind 2023 oordeelde de AP op basis van ontvangen Wpg-audits dat een groot deel van de boa-werkgevers niet aan de Wpg voldoet. De AP heeft nu een quickscan uitgevoerd naar de resultaten van de hercontroles.

De toezichthouder stelt aan de ene kant dat werkgevers wel vorderingen maken in het op de juiste manier verwerken van persoonsgegevens op grond van de Wpg, maar komt ook tot de conclusie dat geen van de boa-werkgevers uit de quickscan volledig voldoet aan de beoordeelde beheersingsmaatregelen.

Verder blijkt dat veel organisaties moeite hebben om te voldoen aan de wettelijke eisen om een audit uit te voeren en de resultaten daarvan tijdig aan te leveren bij de AP. De Autoriteit Persoonsgegevens heeft bij de hercontrole ruim driehonderd auditrapporten tijdig ontvangen. Daarmee is meer dan de helft van de ruim zeshonderd boa-werkgevers in gebreke gebleven.

Alles bij de bron; Security