De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) gaat geen onderzoek doen naar de verplichte registratie van persoonsgegevens bij de aanschaf van internationale treintickets.
Privacyactivist Michiel Jonker had de Autoriteit Persoonsgegevens gevraagd hier tegen op te treden. Na vier jaar wachten nam de AP eind augustus een eerste (primair) besluit op het handhavingsverzoek van Jonker uit 2020. Daarin geeft de privacytoezichthouder aan geen onderzoek te zullen doen.
"Als het gaat om het opeisen van de naam van treinreizigers, neemt de AP aan dat NS de (enige) verwerkingsverantwoordelijke is, maar maakt niet duidelijk waarom", stelt stichting Privacy First, die Jonker bijstaat. De toezichthouder zou ook het belang van een mogelijke overtreding niet groot genoeg vinden.
Jonker heeft inmiddels een pro forma bezwaarschrift tegen het besluit ingediend, gevolgd door een motivering. Hij vermoedt dat de weigering van de AP om op te treden te maken heeft met politieke wensen om het voor vliegverkeer gebruikte registratiesysteem PNR (Passenger Name Records) ook voor rail- en busvervoer in te voeren, waarbij elke reiziger en elke gemaakte reis geregistreerd zouden worden.
"De AP zegt dat de meeste reizigers tegenwoordig elektronisch een ticket kopen waarbij ze sowieso hun persoonsgegevens moeten afstaan. Dat klopt in Nederland waarschijnlijk, maar dat is juist het gevolg van de al tien jaar durende weigering van de AP om de privacy van treinreizigers te beschermen", reageert Jonker.
Alles bij de bron; Security