Uit antwoord op vragen vanuit de kamer blijkt dat tijdens de liquidatie van Stanley H. er een observatie team in de buurt was van 3 personen waarvan twee BOA's die beperkte bevoegdheden hebben en oa geen vuurwapen mogen dragen !

Verder spreekt de beantwoorder vd vragen (Teeven) zichzelf tegen. In antwoord 3 mogen de BOA's geen vuurwapen dragen terwijl in antwoord 4 die mogelijkheid er wel blijkt te zijn. In antwoord 5 zijn BOA's ineens 'mensen die aangetrokken worden voor specialistisch werk' ?

Zijn deze antwoorden niet een goede bron voor nieuwe kamervragen ?

1
Klopt het dat er op het moment van de liquidatie twee rechercheurs van de Nationale Recherche in een overdekte aanhangwagen zaten met richtmicrofoons om het gesprek af te luisteren?

Antwoord:

Het KLPD wilde in het kader van een onderzoek een ontmoeting van Stanley H. met een andere persoon afluisteren. Dat gebeurde door medewerkers van de dienst Specialistische Recherche -  toepassingen. Er waren drie medewerkers in de aanhangwagen, te weten een executieve medewerker en twee buitengewoon opsporingsambtenaren.

3
Klopt het bericht dat de betreffende rechercheurs geen vuurwapen bij zich droegen? Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot de regel dat elke rechercheur met een executieve status een vuurwapen moet dragen bij uitoefening van dienst op straat ?

Antwoord:

Zoals bij vraag 1 toegelicht ging het voor wat betreft de aanhangwagen om drie KLPD medewerkers: een executieve medewerker en twee buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s).
De executieve medewerker was voorzien van de voorgeschreven geweldsmiddelen, waaronder een vuurwapen. 

De BOA’s hebben geen vuurwapenbevoegdheid en hadden derhalve geen vuurwapen voorhanden.

Het is beleid dat in beginsel de volledige bewapening tijdens de uitoefening van de dienst gedragen
wordt. Hierop zijn echter uitzonderingen mogelijk. Het gaat dan om specifieke groepen niet-  geüniformeerde politieambtenaren waarbij het essentieel is om onherkenbaar te zijn als politieambtenaar.

4
Indien het hier mogelijk rechercheurs betreft met de status van BOA, bent u dan van mening dat zij bij inzet tijdens een risicovolle opdracht over de bevoegdheid tot het dragen van een vuurwapen zouden moeten beschikken ?

Antwoord:

Er bestaan voor Buitengewoon Opsporingsambtenaren (BOA’s) mogelijkheden tot het dragen van geweldsmiddelen waaronder vuurwapens. Dit is afhankelijk van de aard van de werkzaamheden waarvoor BOA’s worden ingezet.

5
Bent u van mening dat rechercheurs met een BOA-status überhaupt ingezet moeten kunnen worden tijdens opdrachten die zeer risicovol zijn ? 

Antwoord:

Buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s) zijn een wezenlijke aanvulling op de reguliere
executieve politiemedewerkers. Het betreft over het algemeen mensen die aangetrokken worden
voor specialistisch werk. BOA’s worden door middel van aanvullende training en opleiding op hun
taken voorbereid, waaronder op mogelijk risicovolle opdrachten.

Lees alles bij de bron; ikregeer