De rechtbank Den Haag heeft op 8 mei geoordeeld dat het reisgedrag van een student niet mag worden gebruikt om te controleren of de juiste studiefinanciering is verstrekt. De reisgegevens die met de OV-chipkaart worden vastgelegd geven een erg indringend beeld van iemands leven, terwijl voor het opvragen geen precieze wettelijke grondslag aanwezig is. De zaak laat (opnieuw) zien dat het risicovol is om zomaar gegevens aan derden (waaronder overheden) te verstrekken.

...De student maakt bezwaar tegen het verrichte onderzoek. Hij beroept zich o.m. op artikel 8 EVRM en stelt dat het gebruik van de gegevens van de OV-chipkaart zijn privacy schendt....

..... Aangezien de reisgegevens onrechtmatig zijn verkregen, mogen ze niet worden gebruikt ter onderbouwing van de beslissing om de student zijn uitwonende beurs te ontnemen. Dit betekent ook dat er geen bewijs meer is voor de stelling van met Ministerie van Onderwijs dat de student thuiswonend was. De beslissing om de uitwonende beurs te wijzigen in een thuiswonende beurs wordt door de rechtbank dus ongedaan gemaakt.

Deze zaak laat zien dat het risicovol kan zijn om gegevens “zomaar” aan derden te verstrekken. De rechtbank oordeelt immers dat een dergelijke verstrekking, in ieder geval als de gegevens gevoelig van aard (kunnen) zijn, bij de wet moet zijn voorzien. En die wet ontbreekt in dit geval. Met andere woorden: ik zou menen dat de student in kwestie nu ook Trans Link Systems (de exploitant van de OV-Chipkaart) zou kunnen aanspreken. Zij heeft immers onrechtmatig gegevens aan de controleurs van OC&W verstrekt.

Alles bij de bron; DirkZwagerEIT