Hoewel specifieke wetgeving ontbreekt mag de politie van minister Yeşilgöz (Justitie en Veiligheid) experimenteren met gezichtsherkenningstechnologie. Sinds 2019 mocht de politie dit niet omdat er geen juridische en ethische waarborgen voor waren.
Maar de politie ontwikkelde ongeveer een jaar geleden zelf een document met uitgangspunten voor de inzet van gezichtsherkenning. Voor Yeşilgöz is dat voldoende om experimenten toe te staan. De Autoriteit Persoonsgegevens is daar bezorgd over...
...Dat de politie zonder enig debat vooraf in de politiek of extra paar ogen van buiten experimenteert, verbaast deskundigen. "Vanuit democratisch oogpunt is het beter als bevoegdheden voor de staat en de politie in een wet worden omschreven", zegt hoogleraar ICT & Recht Frederik Zuiderveen Borgesius. "Gezichtsherkenningstechnologie kan zó diep ingrijpen in ons leven, dat het beter zou zijn we met zijn allen discussiëren over wanneer de staat die techniek mag gebruiken."
Ook de Autoriteit Persoonsgegevens is kritisch. "Dit is de omgekeerde volgorde", zegt voorzitter Aleid Wolfsen. Hij vindt dat eerst wetgeving nodig is en dat de politie pas daarna een protocol over gezichtsherkenning zou moeten maken. Overigens was de Autoriteit Persoonsgegevens niet betrokken bij de totstandkoming van het protocol.
Alles bij de bron; NOS [inclusief video]