In een zaak waarbij een verdachte werd gedwongen met zijn duim een iPhone te ontgrendelen adviseert advocaat-generaal Edwin Bleichrodt bij de Hoge Raad der Nederlanden dat als standaard onderzoeksmaatregel te zien, niet in strijd met het zogeheten nemo-tenetur beginsel, het principe dat iemand niet aan zijn eigen veroordeling hoeft mee te werken.

Wie ergens van verdacht wordt, moet in het kader van het onderzoek sowieso bepaalde zaken dulden, constateert Bleichrodt: spullen worden in beslag genomen, er wordt huiszoeking gedaan, er kunnen foto’s en video’s worden gemaakt, dna-materiaal wordt - al dan niet met dwang - afgenomen en lichaamseigenschappen (hand- en voetgrootte, lengte e.d.) worden gemeten en opgeslagen.

“De vingerafdruk kan aldus worden gezien als de biometrische pendant van de sleutel die de opsporingsambtenaar toegang verschaft tot de locatie waarin hij nader onderzoek kan doen”, aldus het advies, dat ook verwijst naar adviezen uit 2018 van de Commissie modernisering opsporingsonderzoek in het digitale tijdperk. Die concludeerde dat biometrisch materiaal ‘met lichte dwang’ van een verdachte kan worden afgenomen en daarin niet wezenlijk verschilt van bloed of ander lichaamseigen materiaal dat gedwongen kan worden afgenomen.

Het advies aan de Hoge Raad heeft geen invloed op de eerdere zaak. Het dient ‘in het belang van de wet’ tot verduidelijking in toekomstige gevallen.

Alles bij de bron; VillaMedia