Justitie moet het afgenomen dna van een man die wegens computervredebreuk werd veroordeeld meteen vernietigen, zo heeft de rechtbank Amsterdam geoordeeld. De verdachte werd vorig jaar juli wegens computervredebreuk veroordeeld tot een taakstraf van vijftig uur. Afhankelijk van het soort misdrijf moet een verdachte onder de Wet-DNA zijn of haar dna-materiaal afstaan...

...Volgens de verdachte heeft zijn dna geen rol gespeeld bij de opsporing en vervolging van hetgeen waarvoor hij is veroordeeld. "Er is immers uitsluitend sprake geweest van digitale (tele)communicatie en sporen: alle sporen zijn digitaal. Niet valt in te zien op welke wijze dna-onderzoek van betekenis kan zijn."

Tevens zou de dna-afname in strijd zijn met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en een inbreuk vormen op zijn lichamelijke integriteit en de persoonlijke levenssfeer. De dna-afname is dan ook niet noodzakelijk en proportioneel, aldus de man.

De Wet DNA kent uitzonderingen waarin wordt gesteld dat het niet nodig is om dna af te nemen wanneer het verwerken van het dna-profiel, gezien de aard van het misdrijf of de bijzondere omstandigheden waaronder het misdrijf is gepleegd, geen betekenis heeft voor de voorkoming, opsporing, vervolging en berechting van de feiten waardoor de persoon in kwestie is veroordeeld.

De rechtbank stelt in deze zaak dat dna-onderzoek in beginsel geen betekenisvolle rol speelt voor de opheldering van de strafbare feiten van de veroordeelde. De rechtbank verklaart het bezwaar van de man dan ook gegrond en beveelt dat de officier van justitie het afgenomen dna-materiaal meteen moet vernietigen.

Alles bij de bron; Security