De hack van berichtendienst Sky ECC bleek een goudmijn voor justitie, maar rond de opsporingsmethoden hing een rookgordijn. Nu blijkt uit Belgische, Franse en Nederlandse strafdossiers dat België en Nederland de grenzen van de wet opzochten. 

...‘Eén grote tap op de onderwereld’, jubelt Andy Kaag, hoofd van de Dienst Landelijke Recherche op datzelfde moment in Amsterdam. ‘Wat we hebben laten zien, is dat criminelen onterecht denken dat ze onbespied kunnen communiceren.’ Er volgen honderden aanhoudingen en rechtszaken, vaak drugsgerelateerd, met de Sky-berichten als belangrijkste bewijs.

Maar Nederland werpt ook een rookgordijn op. Hoe de politie toegang kreeg tot de honderden miljoenen berichten mag niet bekend worden, terwijl het de kern van de rechtsstaat raakt: als rechters de opsporingsmethode niet kunnen toetsen, krijgen verdachten geen eerlijk proces.

Het OM wijst naar Frankrijk: dat is het land dat het onderzoek leidde en ervoor zorgde dat de honderden miljoenen berichten in handen van justitie kwamen.

Hoe dat gebeurde, is een Frans staatsgeheim.

Nederland beroept zich op het vertrouwensbeginsel: als het samenwerkt met Europese landen, moeten rechters ervan uit kunnen gaan dat het bewijs daar rechtmatig is verzameld. Frankrijk werd daarbij handig gebruikt...

...Nederland heeft dan al ruime ervaring met het kraken van cryptotelefoons, voorlopers van Sky. Eerst Ennetcom, daarna PGPSafe, IronChat en later ook EncroChat: telkens weten politiespecialisten computerservers op te sporen en miljoenen berichten te ontsleutelen. ‘Een klap voor de onderwereld’, zeggen opsporingsdiensten niet zonder trots. Maar justitie weet ook dat ze daarbij de randen van de wet opzoekt – en er soms overheen gaat.

Alles bij de bron; Volkskrant