Afgesloten stations vormen de laatste fase van de invoering van de ov-chipkaart. Een megalomaan IT-project dat ruim een miljard euro kostte en jaren vertraging opliep en aanvankelijk zo lek was als een mandje. Maar de eindbestemming is nabij. Per 9 juli werd het papieren treinkaartje afgeschaft: je kunt alleen op pad met ov-chipkaart of een kaartje met wegwerpchip dat een euro duurder is...

...Toeslagzuilen. Overstapmeubels. Laadstations. In- en uitchecken. En dolende reizigers: mensen die overstappen van NS op Arriva klagen dat ze een boete krijgen als ze bij de juiste palen in de verkeerde volgorde uitchecken.

Hoe lok je treinmijders nog mee met een samenreiskorting als ze eerst een ov-chipkaart (7,50 euro) met tien euro saldo moeten kopen? Wat denken toeristen die 27,50 euro betalen om een station te betreden? Ze zouden een eenmalig kaartje met chip kunnen kopen, maar die mogelijkheid wordt niet enthousiast gepromoot.

Helaas: de ov-chipkaart is niet verzonnen om het de reizigers makkelijker te maken, maar de vervoerders. Zij hebben hun administratie op orde, zij kunnen bezuinigen op personeel, zij hebben minder last van zwartrijders en profiteren van niet geclaimde uitcheckboetes. Was er maar een frisse start-up die een gebruiksvriendelijk, laagdrempelig systeem à la Uber bedacht. “Helaas; technische beperkingen”, kreeg Rover te horen. Users first, daarvoor is de ov-chipkaart niet gemaakt.

Alles bij de bron; NRC