De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Bijleveld-Schouten van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) ingestemd met toezending aan de Tweede Kamer van de evaluatie van de gemeenteraadsverkiezingen op 3 maart 2010. Het kabinet stelt vast dat gemeenten stembureauleden zorgvuldiger moeten selecteren en beter moeten instrueren. Daarnaast komt het kabinet tegemoet aan oudere kiezers die niet meer maatschappelijk actief zijn en daardoor vaak geen geldig paspoort, identiteitskaart of rijbewijs meer hebben.

Om deze groep kiezers te helpen, kunnen bij de verkiezingen op 9 juni 2010 en bij de Provinciale Statenverkiezingen in maart 2011 ook identiteitsdocumenten worden gebruikt die maximaal vijf jaar zijn verlopen. In het kader van het aankomend wetsvoorstel verkiezingsproces zal worden gezocht naar een structurele oplossing van dit knelpunt.

Voor de evaluatie hebben 228 van de 394 gemeenten waar op 3 maart gemeenteraadsverkiezingen zijn gehouden, een enquête ingevuld en teruggestuurd aan BZK. In de evaluatie is vooral gekeken naar de identificatieplicht en de instructie van stembureauleden. Uit de gemeentelijke basisadministratie blijkt dat 1,4 procent van de Nederlanders boven de 18 jaar niet beschikt over een paspoort of een Nederlandse identiteitskaart. Daarnaast heeft 4 procent een verlopen paspoort of identiteitskaart. Een deel van deze mensen heeft mogelijk wel een rijbewijs.

Zo’n zes miljoen kiezers brachten hun stem uit. Volgens de verzamelde schattingen van stembureauvoorzitters hadden 44.000 mensen bij volmacht hun stem willen uitbrengen maar konden zij dit niet doen vanwege het ontbreken van een kopie van hun identiteitsdocument. Het is onbekend hoeveel van deze mensen alsnog hun stem hebben laten uitbrengen met een geldige kopie. Van de geschatte 60.000 mensen die werden weggestuurd uit het stemlokaal omdat zij zich niet konden identificeren, kwamen er 30.000 terug naar hetzelfde stemlokaal om met een identiteitsbewijs alsnog hun stem uit te brengen.

Uit de TNS/NIPO-evaluatie blijkt dat 85 procent van de mensen identificatieplicht bij verkiezingen een goed idee vindt. Van de kiesgerechtigden was 90 procent op de hoogte van de identificatieplicht bij de gemeenteraadsverkiezingen op 3 maart 2010. Mensen die helemaal niet beschikken over een identiteitsdocument kunnen gebruik maken van de mogelijkheid een schriftelijke volmacht te geven. Deze mogelijkheid bestond altijd al. Een schriftelijke volmacht moet van tevoren worden aangevraagd bij de gemeente.

In de evaluatie staat dat veel aandacht uitging naar de gang van zaken in een beperkt aantal gemeenten, maar dat de verkiezingen in het overgrote deel van de gemeenten goed zijn verlopen. Met het oog op incidenten in een beperkt aantal gemeenten stelt het kabinet dat de selectie van stembureauleden zorgvuldiger moet en dat gemeenten meer inspanningen moeten doen om stembureauleden op te leiden. Uit de evaluatie blijkt dat slechts 42 procent van de gemeenten de instructie cd-rom van BZK heeft gebruikt bij de gemeentelijke instructiebijeenkomsten. Gemeenten wordt opgedragen het aangereikte materiaal bij komende verkiezingen optimaal te gebruiken.

In de digitale instructie voor stembureauleden zal nog dieper worden ingegaan op:

* De inrichting van het stemlokaal zodat het stembureau overzicht heeft;

* De handhaving van de orde in het stemlokaal en met name het voorkomen van meerdere kiezers in een stemhokje;

* Het controleren van volmachten;

* Het voorkomen van telfouten bij het invullen van het proces-verbaal.

Gemeenten blijken behoefte te hebben aan meer praktische uitleg over de toepassing van wet- en regelgeving. BZK zal voor de komende verkiezing regiobijeenkomsten organiseren op 21 en 22 april.

BZK heeft een steekproef gehouden in 49 stembureaus met betrekking tot het tellen van de stemmen. Het tellen van de stemmen duurde gemiddeld 1 uur en 49 minuten. Het kabinet beveelt gemeenten aan na sluiting van de stemming tellers toe te voegen zodat er minimaal zes tellers zijn. Ook moeten stembureauleden gedurende de dag worden gewisseld om de belasting te verminderen. Het tellen moet in het openbaar plaatsvinden. Gemeenten worden daar nog eens nadrukkelijk op gewezen omdat is gebleken dat er bij de gemeenteraadsverkiezingen stemlokalen om 21.00 uur dicht gingen.

Fouten in stembiljetten en fouten in de distributie van stempassen hadden kunnen worden voorkomen als leveranciers en gemeenten hierop hadden gecontroleerd. Ook als taken zijn uitbesteed, houdt de gemeente een eigen verantwoordelijkheid en daar zullen gemeenten op worden aangesproken.

Bron: Rijksvoorlichtingsdienst