De minister deed eind vorig jaar verontrustende uitspraken over encryptie. Bedrijven zouden versleutelde berichten namelijk moeten kunnen ontsluiten als dat de politie kan helpen in haar opsporing. Tegelijkertijd blijft volgens de minister het kabinetsbeleid staan dat dit niet mogelijk zou zijn zonder “de veiligheid van digitale systemen (…) te compromiteren. Soms lijkt de minister zijn eigen beleid niet te kennen.
Al meerdere keren zei hij "een probleem" te willen oplossen - binnen de grenzen van het staande kabinetsbeleid. Maar een heldere beschrijving van het probleem hebben we nog niet gezien. En dus hebben we de politie gevraagd om alle documenten openbaar te maken die iets zeggen over "het probleem van encryptie" in het opsporingswerk van de politie. We vroegen om, onder meer, om documenten "die iets zeggen over het aantreffen van versleutelde informatie in strafrechtelijke onderzoeken." De reactie van de politie?
De politie laat ons in een reactie weten dat "het niet mogelijk is om de gevraagde informatie (op eenvoudige wijze) uit de politiesystemen te genereren"... ....de consequentie van deze reactie is wel dat we moeten vaststellen dat ook de politie zelf zo'n onderzoek blijkbaar nooit heeft uitgevoerd. Want de resultaten van zo'n onderzoek had de politie wél op ons verzoek openbaar moeten maken.
Een slecht omschreven probleemstelling is een recept voor slechte wetgeving. Wat daar uitkomt: wetgeving die waarschijnlijk niets aan het werkelijke probleem oplost, maar tegelijkertijd wel talloze ongewenste en negatieve consequenties heeft. Je kunt alleen goede wetgeving maken als je precies weet welk probleem he wilt oplossen. Dat is bij "het probleem van encryptie" - om een van Grapperhaus' illustere voorgangers te citeren - niet anders.
Alles bij de bron; Bits-of-Freedom
Afgelopen maand is er veel discussie geweest over een mogelijke Corona app, met daarachter een elektronische surveillance infrastructuur en nu de uitkomst van het brede maatschappelijke debat het kabinet niet bevalt, blijft het kabinet, aangespoord vanuit Brussel, inzetten op een app die niemand wil en die geen oplossing is voor een onbekend probleem.
De minister gaat hem nu zelf bouwen. Tevens kwam er nog een andere aap uit de hoge hoed: de overheid wil massaal telecomdata gaan opvragen bij telecom-providers. Aangezien dit wettelijk niet is toegestaan komt de minister met een voorstel om de wet hiervoor aan te passen! Hierin schuilt bovendien een onacceptabele inbreuk op ieders privacy. Daarnaast komen zowel Apple als Google nu met eigen tracking & tracing functionaliteiten, ingebouwd in ieders telefoon, buiten onze parlementaire democratie om.
Privacy First staat niet voor het Orwelliaanse Newspeak van de "Nieuwe Normaal Anderhalve-meter-samenleving". Het accepteren hiervan impliceert immers ook het accepteren van de handhaving, wat leidt tot draconische wetgeving en maatregelen.
In Israël is nu het voorstel van Netanyahu om alle kinderen te chippen om de 1,5 meter te gaan handhaven op onder andere scholen. Een dergelijk voorstel van een regeringsleider in de westerse wereld is ongekend en uiterst zorgwekkend.
Privacy First staat daarom voor een snelle terugkeer naar het oude normaal en de menselijke maat van vertrouwen en verantwoordelijkheid. Zonder draconische noodwetten, maatregelen en surveillance infrastructuren vanuit dwang en repressie van de burger. Laten we niet het voorbeeld volgen van totalitaire staten en hun “oplossingen”, maar standvastig een eigen koers kiezen als lichtend voorbeeld voor anderen.
Alles bij de bron; PrivacyFirst
Dit jaar leven we 75 jaar in vrijheid. Toch lijkt de vrije samenleving ver weg, nu noodverordeningen onze zwaar bevochten vrijheden en rechten tijdelijk hebben opgeschort. We moeten helaas offers brengen voor de volksgezondheid. Er wordt weinig bezwaar gemaakt. Maar cruciaal hiervoor is ons vertrouwen dat er proportionele maatregelen worden genomen en dat de nieuwe macht van de overheid niet wordt misbruikt.
Het stemt niet gerust dat er ondertussen camerawagens door Rotterdam rijden omde coronamaatregelen te handhaven. Camerawagens van de gemeente met 360 graden camera’s op het dak, waarmee de politie signalementen van passerende Rotterdammers kan herkennen.
Vol trots maakte wethouder Bert Wijbenga (VVD) dit nieuws in april wereldkundig via de media. De Rotterdamse gemeenteraad en alle andere Rotterdammers wisten niet eens van het bestaan van de camerawagens, en toch reden ze al rond. Ze bleken al eerder aangeschaft te zijn voor het Eurovisie Songfestival vanwege ‘crowd control’ en stonden nu blijkbaar te verstoffen in de garage bij het Kleinpolderplein. De aanpak van corona was een nieuwe kans om ze alsnog door de stad te laten rijden.
In een interview zegt Wijbenga allerlei mogelijkheden voor de inzet van camerawagens te zien. Hij blikt vooruit op een toekomst waarbij ze kunnen worden ingezet voor de handhaving op hardrijders en zelfs om mensen te filmen die hun vuilnis buiten zetten.
De Autoriteit Persoonsgegevens waarschuwt dat cameratoezicht alleen mag worden ingezet als andere vergaande maatregelen niet voldoende zijn om de openbare orde te handhaven. Verreweg de meeste Rotterdammers houden zich aan de coronamaatregelen, zo laten ook het kabinet en de veiligheidsregio’s weten. Ligt het dan voor de hand om camerawagens de straat op te sturen met 360 graden camera’s die alle passerende Rotterdammers filmen? Dit kan niet anders dan een paardenmiddel worden genoemd.
Bij een druk straatbeeld horen toch waarschuwingen en een lik-op-stuk beleid? Waarom zouden hier eerst beelden van worden gemaakt, die binnen komen bij cameratoezicht en die vervolgens zeven dagen worden bewaard voor opsporingsdoeleinden? Zijn boa’s of de politie nu sneller ter plaatse? Is de inzet van camerawagens geschikt voor grote evenementen, voor handhaving op samenscholing en zelfs in de toekomst op het verkeerd aanbieden van afval? De argumentatie voor de inzet van camerawagens is op zijn minst diffuus te noemen.
Enkele maanden geleden waren we nog ver verwijderd van een surveillancestaat, maar door de handhaving van coronamaatregelen lijken de verschillen ineens overbrugbaar. Wat is de volgende stap? Vinden we ook de inzet van drones proportioneel om groepsvorming tegen te gaan?
Tot slot: hoe is het mogelijk dat er ineens twee camerawagens blijken te bestaan die al voor een eerder doel waren aangeschaft? Hoe is dit besluit tot stand gekomen? De noodverordening voorziet in de mogelijkheid om de camerawagens per direct in te zetten voor de gemeentelijke handhaving op de coronamaatregelen. De democratische controle is uitgeschakeld.
Dat móet anders, waar macht is, is controle nodig. Zeker nu er een spoedwet komt die de noodmaatregelen gaat vastleggen. Onze vrijheid is kwetsbaar, misschien wel meer dan de afgelopen 75 jaar. Voor een vrije samenleving zijn democratische waarborgen essentieel. Volgende week debatteert de Rotterdamse gemeenteraad over de camerawagens. Maar ook voor andere vrijheidsbeperkende maatregelen geldt dat we die kritisch moeten volgen en steeds van een einddatum moeten voorzien. Noodverordeningen mogen geen sluiproutes zijn voor besluitvorming zonder controle. We willen niet ‘normaal’ maken wat niet normaal is.
Alles bij de bron; NRC
De NS is gestart met een pilot om treinreizigers vooraf hun reis te laten registreren, zodat de vervoerder beter de drukte kan inschatten. Een aantal klanten heeft een mail gekregen van de NS om mee te doen aan het testen van het registratiesysteem.
In zijn mail naar klanten verwijst de NS naar een webpagina waarop het mogelijk is een reis vooraf te registreren. Dat geldt alleen voor de mensen die door de NS zijn uitgenodigd; het gaat nog om een kleine pilot die op zondag van start gaat, en duurt tot 14 juni. Daarna wordt het systeem geëvalueerd. Overigens heeft de NS nog weinig losgelaten over hoe het systeem technisch in elkaar zit: daar wordt binnenkort meer over bekendgemaakt.
Uitgenodigde reizigers worden aangespoord om hun treinreis vooraf te registreren met hun NS-account, al is dat niet verplicht.
Alles bij de bron; Tweakers
Omdat preventief fouilleren tot etnisch profileren kan leiden, werd dit in Amsterdam niet langer toegestaan. Het dragen van wapens onder vooral jongeren neemt echter zodanig toe, dat de lokale driehoek besloten heeft het toch weer in te voeren. Maar dan op zo’n manier dat etnische gronden geen invloed hebben...
...De agenten gaan bijvoorbeeld elke derde passant fouilleren of iedereen. Zo krijgt iedereen dezelfde kans om gefouilleerd te worden. Om rendement uit de acties te halen, wordt alleen in veiligheidsrisicogebieden preventief gefouilleerd. Iedereen die gefouilleerd wordt krijgt een folder mee, waarin staat hoe en waarom het gebeurt en dat men het recht heeft om een klacht in te dienen.
Volgens Het Parool ligt het besluit van Halsema, Paauw en het Openbaar ministerie om preventief fouilleren weer in te voeren erg gevoelig in Amsterdam. Behalve dat het veel politiecapaciteit kost en weinig wapens oplevert, zou uit wetenschappelijk onderzoek ook blijken dat de wapencontroles etnisch profileren als bijeffect hebben. Halsema ging hierin mee, maar zegt door het stijgende aantal wapenincidenten op andere gedachten te zijn gekomen. Wapenbezit leidt volgens haar tenslotte niet zelden ook tot wapengebruik. De burgemeester bepaalt uiteindelijk waar en wanneer de controles plaatsvinden, zelfs als de meerderheid van de gemeenteraad tegen is.
Alles bij de bron; BeveilNieuws
Vandaag is het 5 mei en “vieren wij de vrijheid”. Vrijheid waarvoor onze voorouders hebben gevochten, maar die tijdens de Corona-crisis wereldwijd zwaar onder druk staat. Ook in Nederland zijn de afgelopen weken talloze mensenrechten en democratische verworvenheden drastisch ingeperkt, waaronder:
- de vrijheid van beweging
- het recht op demonstratie
- de vrijheid van vereniging en vergadering
- het recht op privacy en het recht op huisvrede
- het recht op onderwijs, sport en recreatie
- het recht op contante betaling
- de toegang tot reguliere gezondheidszorg
- het medisch beroepsgeheim.
Aan de noodzaak, proportionaliteit en juridische houdbaarheid van veel van deze inperkingen kan inmiddels sterk worden getwijfeld. Bij de handhaving ervan is de kans op willekeur bovendien groot.
In plaats van intrekking van de tijdelijke noodverordeningen dreigen een aantal van deze vrijheidsbeperkende maatregelen nu in wetgeving te worden verankerd. Een “tijdelijke” spoedwet ligt daartoe inmiddels klaar voor parlementaire behandeling. De geschiedenis leert dat dergelijke spoedwetgeving in crisistijd vaak een permanent karakter krijgt. Opperste waakzaamheid in en buiten ons parlement is nu dus geboden.
Niet zelden worden crises door overheden misbruikt om hun macht tegenover de bevolking sterk te vergroten en eerdere agenda’s door te drukken. Draconische wetgeving dreigt nu versneld door het parlement te worden gejaagd, waaronder de opvolger van het illegale Systeem Risico Indicatie (SyRI): de nieuwe Wet Gegevensverwerking Samenwerkingsverbanden (WGS), oftewel “Super SyRI”. Onlangs zijn de medische dossiers van miljoenen Nederlanders, zonder hun toestemming, breed toegankelijk geworden in de zorg (“Corona opt-in”). Er wordt gewerkt aan de ontwikkeling van “Corona apps” die tot schijnveiligheid en massa-surveillance zullen leiden. Wob-verzoeken rond Corona worden niet langer door de overheid beantwoord.
De wijze waarop de overheid nu rigide maatregelen neemt onder het mom van crisisbeleid is zorgwekkend. Als deze houding een voorbode is van "het nieuwe normaal" dat onze regering voor ogen heeft, zullen we na de strijd tegen Corona direct een nieuwe strijd voor onze vrijheid moeten voeren.
De bevrijding 75 jaar geleden betekende de terugkeer van de open samenleving en de democratische rechtsstaat. Het is deze 5 mei meer dan ooit belangrijk om niet alleen te kijken naar vrijheden bevochten in het verleden, maar ons bewust te zijn van de slag om onze vrijheid die op dit moment wordt geleverd. Opdat we deze vrijheid kunnen doorgeven, en niet opnieuw hoeven te bevechten.
Alles bij de bron; PrivacyFirst
De overheid onderzoekt of het papieren paspoort door een digitale versie is te vervangen. Eind dit jaar start er een proef met paspoortloos reizen waarbij reizigers tussen Nederland en Canada zich via hun smartphone kunnen legitimeren. Dat heeft staatssecretaris Ankie Broekers-Knol laten weten op Kamervragen van D66 die tien maanden geleden werden gesteld. Voor Kamervragen staat een beantwoordingstermijn van drie weken.
Volgens de staatssecretaris zal de proef naar verwachting eind dit jaar starten met een technische en operationele test door een besloten doelgroep bestaande uit medewerkers van partijen die bij het project betrokken zijn.
Broekers-Knol benadrukt dat het huidige, fysieke paspoort het enige document blijft waarmee reizigers legaal de Schengenbuitengrens kunnen passeren. Deelnemers aan de test zullen dan hun paspoort ook altijd bij zich moeten dragen. Doordat de controle van het paspoort eerder heeft plaatsgevonden bij de registratie en het genereren van een digitale kopie van het paspoort, volstaat om bij de grens alleen deze digitale kopie te tonen. De digitale kopie van het paspoort wordt opgeslagen in een beveiligde database, die wordt beheerd door de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG).
Via de bijbehorende app kunnen deelnemers aan de test hun gegevens met bijvoorbeeld de grensautoriteiten en luchtvaartmaatschappij delen. Daarbij is het mogelijk om alleen die gegevens te delen die de betreffende organisatie nodig heeft voor het uitvoeren van de betreffende taak. Opgeslagen gegevens worden na afloop van de proef gewist.
Hoewel het hier nog om een proef gaat zijn zowel de Nederlandse overheid als andere landen en luchtvaartorganisaties actief bezig om naar de mogelijkheden van een digitaal paspoort te kijken, zo laat de staatssecretaris weten: "In verschillende landen, waaronder Nederland, wordt onderzocht of het 'papieren' reisdocument op termijn kan worden vervangen door een digitale representatie daarvan en aan welke voorwaarden moet zijn voldaan om dat mogelijk te maken."
Alles bij de bron; Security
Ministeries stellen openbaarmaking van overheidsdocumenten uit vanwege de coronacrisis. Zo verliezen journalisten een middel om de politieke besluitvorming te controleren.
Minister de Jonge ging tijdens het coronadebat in de Tweede Kamer vorige week voor zijn „mensen staan”. Het is vanwege de Covid-19-epidemie te druk op zijn ministerie en verzoeken om de openbaarmaking van overheidsdocumenten moeten daarom tot zeker 1 juni wachten. Hij bevestigde daarmee wat velen de afgelopen weken al zagen gebeuren: de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) komt even op het tweede plan. Tot ongenoegen van veel journalisten, grootverbruikers van de Wob.
Dat de procedures wat langer gingen duren, dat hadden ze verwacht. Maar er helemaal niet aan beginnen? Dat gaat een stap te ver. „Zo wordt de controle op de macht uitgehold – is dit ook het ‘nieuwe normaal’?”, vroeg RTL Nieuws-journalist Pieter Klein zich af. Zijn belangrijkste vraag: mag dat eigenlijk wel, de Wob zomaar aan de kant schuiven?..
...Niet alleen het ministerie van VWS stelt de behandeling van verzoeken uit, ook bij het ministerie van Justitie en Veiligheid hebben de Wobs nu geen prioriteit. Verzoeken die al voor de Covid-19-uitbraak in Nederland waren ingediend, lopen eveneens weken tot maanden vertraging op.
Het belangrijkste instrument dat de overheid heeft om verzoeken te vertragen, is een overmachtsclausule uit het bestuursrecht. Waar een ministerie of gemeente normaal een beslistermijn heeft van vier weken – met daarna nog maximaal vier weken – kan een Wob-verzoek dan voor bepaalde tijd worden aangehouden.
De vraag is alleen: is er bij de overheid nu sprake van overmacht? Advocaat en docent bestuursrecht aan Rijksuniversiteit Groningen (RUG), Rob Wertheim kan zich voorstellen dat ambtenaren het druk hebben, maar „een capaciteitsprobleem is eerder geen geldige reden gebleken”. Ook Wob-specialist Roger Vleugels, die veel media bijstaat met het opstellen van Wob-verzoeken, zet zijn vraagtekens bij de opschorting. Hij wijst op de Wob-juristen die veel overheden in dienst hebben. „Als het goed is hebben ze geen betrokkenheid bij de coronacrisis en dus moeten ze gewoon hun taak kunnen uitvoeren.” Het verwijzen naar drukte zou „een trucje” kunnen zijn, denkt advocaat Wertheim. „Het kan niet zo zijn dat overmacht voor uitstel van elk besluit wordt gebruikt.”
Dat het nu waarschijnlijk moeilijker wordt de vinger achter die processen te krijgen, past volgens De Vos bij „oestergedrag” dat hij bij het kabinet constateert. „Juist op het moment dat er openheid moet worden getoond, worden wij eigenlijk tegengewerkt in het doorlichten van de beslissingen van het kabinet. Ook bij de persconferenties lijkt steeds minder ruimte voor kritische ondervraging. De informatievoorziening wordt pr-achtig.”
Een gang naar de rechter lijkt kansrijk. In maart sprak de rechtbank van Midden-Nederland zich uit over een Wob-verzoek van de NOS bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. Dat lag er al sinds december, maar volgens het ministerie was het vanwege de lockdown inmiddels moeilijker werken. Daar zag de rechter weinig in. NOS-verslaggever Ben Meindertsma: „De rechtbank stelde voor onze zaak een nieuwe datum voor de bepaling en maakte daarbij duidelijk dat de ministerie na een aantal weken wel gewend moet zijn aan de nieuwe werkomstandigheden.”
Alles bij de bron; NRC
We vieren dit jaar 75 jaar bevrijding. Dat was voor het Nationaal Comité 4 en 5 mei en het Sociaal Cultureel Planbureau reden ‘De stand van vrijheid’ [pdf] in het Nederland van 2020 te inventariseren.
Bij de officiële herdenking op 4 mei en de dito viering van 5 mei staat steevast de herwonnen vrijheid centraal, maar dat gaat dus nogal voorbij aan de hedendaagse vrijheidsbeleving. Vrijheid, dat is voor de meeste Nederlanders ‘gewoon jezelf zijn’, je eigen keuzes kunnen maken, zelf bepalen wat je wel of niet doet.
Het is opvallend hoe weinig Nederlanders van nu bij het begrip ‘vrijheid’ denken aan het soort juridische begrippen als ‘grondwet’ of ‘grondrechten’. Als Nederlanders al aan het staatsrechtelijke begrip ‘vrijheid’ denken, dan denken ze aan de vrijheid van meningsuiting. De meningsuiting is bij uitstek waar in Nederland erg aan gehecht wordt en iets wat als typisch Nederlands wordt gezien.
De vrijheid van meningsuiting legt als het ware de verbinding tussen het volop beleefde idee van persoonlijke vrijheid en het veel minder actief beleefde idee van formele rechten en vrijheden, zoals die in wetten en verdragen is vastgelegd. Misschien worden die rechten en vrijheden – waar de democratie een onlosmakelijk onderdeel van uitmaakt – wel als zo vanzelfsprekend gezien dat ondervraagden niet eens op het idee komen te bedenken dat die ter discussie zouden staan. De schrijvers van het rapport De stand van vrijheid [pdf] noemen die vanzelfsprekendheid van de vrijheid niet voor niets ‘verraderlijk’.
De historicus René Cuperus constateerde enkele jaren geleden al dat “heel veel mensen – academici, zeker ook van linkse signatuur – het basisidee van de democratie niet meer accepteren, namelijk het idee dat iedere stem evenveel waard is. Er wordt met verachting neergekeken op gewone mensen”. Cuperus noemt dat ‘volksangst’.
De Leidse hoogleraar staats- en bestuursrecht Wim Voermans signaleerde in de kabinetsreactie op de Staatscommissie-Remkes iets soortgelijks. Die commissie trok eind 2018 aan de alarmbel, omdat een derde van de kiezers aan het afhaken is: ze voelen zich niet meer vertegenwoordigd. Een correctief referendum zou kunnen helpen, aldus Johan Remkes c.s., als ook het terugdringen van de technocratie.
Maar wat deed het kabinet-Rutte? Voermans: “Waar de commissie-Remkes de posities en vertegenwoordiging van (afgehaakte) kiezers wil versterken, wijst het kabinet die burger doodleuk aan als een soort gevaar zettende bedreiging die moet worden (her)opgevoed.” Voermans doelt daarbij onder meer op ‘burgerschapsonderwijs’, plannen voor ‘participatie zonder zeggenschap’, ‘burgerschapsfora’ en ‘nietszeggende vormen van het ‘horen’ van de burger in uitlegrondes.
Als we 75 jaar na de bevrijding niet alleen de bevrijding van de Duitse bezetters vieren, maar ook vrijheid in het algemeen, dan is er dus niet alleen reden voor viering. Al was het maar omdat lang niet alle Nederlanders van nu zo doordrongen zijn van de noodzaak van rechten en vrijheden die op papier zo logisch lijken. En ook omdat de overheid de rechten en vrijheden van burgers niet altijd zo vanzelfsprekend vinden als 75 jaar na De Bevrijding en vijftig jaar na de jaren zestig logisch zou moeten zijn...
...Het is ook niet alleen het kabinet-Rutte dat in plaats van meer democratie liever de burgers heropgevoed ziet. Steeds vaker zijn er politici die thema’s (klimaat, terrorisme, Europa, corona) van zo’n groot belang vinden dat de democratische rechten en vrijheden maar even moeten wijken. Privacy – het recht om niet door de overheid, bedrijven of andere burgers te worden beloerd – is in de praktijk al een dode letter geworden.
Er is altijd wel een argument of een belang om de rechten en vrijheden van burgers opzij te zetten. Er is altijd wel een reden om veiligheid, gezondheid, de temperatuur op aarde of de bestrijding van een epidemie nu even belangrijker te vinden. Niet alleen politici, ook kiezers en zelfs sommige journalisten vinden dat enige inperking van rechten en vrijheden op zijn plaats is.
En zo wijkt er in hoog tempo van alles dat in een eeuw is opgebouwd.
De vrijheid die op de nazi’s is herwonnen bestaat nog maar driekwart eeuw. Maar als de overheid omwille van ‘het klimaat’ het ‘binnentredingsrecht’ krijgt om tegen de wil van de bewoner het gas af te sluiten, als overheden samen met monopolistische bedrijven wat zij ‘nepnieuws’ vinden willen verbieden, als in de praktijk niet alleen boeven maar ook burgers de hele dag kunnen worden gevolgd, dan zijn rechten en vrijheden van burgers helemaal niet zo vanzelfsprekend. Dan is ons gevoel van vrijheid verraderlijk.
Alles bij de bron; Comité-4&5mei
De NL Alert-app van de Nederlandse overheid had nog een tweede beveiligingslek. Daarmee was het mogelijk om de locatie van individuele gebruikers te achterhalen. Het lek is verholpen, maar werd niet aan de Tweede Kamer gemeld. Het ministerie van Justitie bevestigt tegen de NOS dat het lek in de app zat.
Het lek kwam naar boven via een beveiligingsonderzoeker die dat aan de NOS doorgaf. Met het lek was het mogelijk locatiegegevens van gebruikers te achterhalen. Die locatiedata was nodig om gebruikers in bepaalde gebieden een melding te kunnen sturen. De verzending werd echter niet versleuteld.
Voor het achterhalen van de locatie was het nodig een token te achterhalen dat voor iedere gebruiker uniek was. Het token stond onder andere in de privacyinstellingen van de app. De app verstuurde de locatiedata van gebruikers twee keer. Bij één van die keren gebeurde dat onveilig. Daardoor was het mogelijk de verzending te onderscheppen, en daarbij het unieke token van een gebruiker te vervangen. Het is volgens de onderzoeker die het aan de NOS meldde niet duidelijk waarom de locatiedata twee keer verstuurd werd.
Het beveiligingslek zat in de losstaande NL Alert-app, een aanvullende app bovenop het standaard NL Alert-systeem dat via cell broadcasting werkt. Donderdag waarschuwde het ministerie van Justitie en Veiligheid al de app te verwijderen omdat daar een datalek in zat. Daarbij werden locatie- en andere persoonsgegevens van gebruikers verstuurd naar een derde partij.
Opvallend is dat de onderzoeker het lek aan de overheid heeft gemeld, en dat dat inmiddels ook gerepareerd is. Dat gebeurde al voordat minister Grapperhaus de Tweede Kamer informeerde over het eerste lek. In die brief werd dit nieuwe lek niet genoemd.
Alles bij de bron; Tweakers