Minister Jambon stuurde meer dan 100 agenten af op 9 lowcostbussen, want hij wou wel eens weten wie er zo door Europa rijdt. 

Het is zaterdagmiddag 25 maart. We zijn bijna bij de Belgisch-Nederlandse grens als een politieagent op de motor onze bus voorbijrijdt en de chauffeur het sein geeft dat hij moet volgen. Dit keer leidt hij ons weer helemaal terug naar Antwerpen. Dan komen we aan bij een groot omheind terrein. ‘Federale politie’ staat er op een bord als we de poort binnenrijden. Het is het terrein van de oude rijkswachtkazerne in Wilrijk, lees ik later in de kranten...

..Een algehele controle staat ons te wachten, onthult de agent: de bus, de chauffeur, alle passagiers en al onze bagage zullen worden nagekeken. Maar we moeten wachten op onze beurt voor we de hangar in mogen rijden....

Dan zijn wij aan de beurt. We mogen de hangar in: een donkere hal, met her en der enkele andere bussen en tientallen agenten. Drie van hen stappen de bus in: “Paspoortcontrole”, roepen ze. Twee agenten beginnen de gegevens van de eerste passagiers druk over te pennen op een geel formulier geklemd aan een houten bord. De derde agent roept de reizigers één voor één – zodra hun gegevens genoteerd zijn – naar buiten. 

We verplaatsen ons enkele meters voorbij de bus, waar ik naast andere passagiers op een gele lijn mag gaan staan. De agent die met mij is meegelopen plaatst zich naast zijn collega’s recht tegenover mij. Jawel, elke reiziger wordt dus begeleid door een persoonlijk toegewezen agent. Onze ‘buddies’. Ook zij hebben een houten bord in hun handen met daaraan een formulier geklemd. Daarop moeten ze noteren hoe jij de controle doorstaat. De persoonsscreening, zoals dat wordt genoemd, is officieel begonnen...

...Mijn agent krabbelt een laatste notitie op het formulier en wijst me door naar de allerlaatste ruimte, de wachtruimte, waar ik mag plaatsnemen tot we weer terug de bus in mogen. We hebben de finish gehaald. Hoe overrompeld en verbaasd we ook zijn, of misschien juist daarom – ik durf te wedden dat nog niemand van ons zoiets ooit heeft meegemaakt – zitten we allemaal rustig en stil naast elkaar te wachten.

Als we eindelijk wegrijden zijn we intussen drie uur verder. Het is alweer 14u30, terwijl we om 11u10 Brussel uit waren gereden. Drie kwartier geleden had ik normaal al in Rotterdam moeten aankomen. Nu komen we aan om 17u, roept de buschauffeur om. De zaterdag is voorbij. De afspraak met mijn beste vriendin die ik al maanden niet gezien heb, kan niet meer doorgaan.

Alles [veel uitgebreider] bij de bron; deWereldMorgen[via Datapanik]