Na een aantal experimenten met bodycams heeft de politie besloten om bij alle politie-eenheden dit jaar bodycamproeven uit te voeren. De proeven moeten eind 2017 resulteren in een concreet advies aan de korpsleiding. In deze fase beperkt de politie de inzet van de bodycam tot operationeel gebruik op de openbare weg en in publieke gebouwen. Agenten kunnen de bodycam toepassen voor handhaving van de openbare orde en de rechtsorde, hulpverlening, taken voor justitie en beveiliging van personen.

Volgens de politie kunnen agenten die met een bodycam worden uitgerust op basis van eigen inzicht en geldende richtlijnen besluiten om de camera aan of uit te zetten. Live meekijken door bijvoorbeeld de meldkamer behoort ook tot de mogelijkheden. De bodycam kan namelijk niet alleen beeld en geluid opslaan, maar eventueel ook realtime verzenden. Afhankelijk van het doel van de proef die een eenheid uitvoert, is deze optie beschikbaar.

Het filmen van een situatie met een bodycam betekent bijna altijd dat de politie personen observeert. De politie erkent dat het daarmee "in beperkte mate" inbreuk pleegt op de persoonlijke levenssfeer. Als agenten de bodycam aanzetten moeten zij dat dan ook duidelijk kenbaar maken.

Verder is de Wet politiegegevens van toepassing op alle camerabeelden en audio-opnamen. Alleen als beeld en geluid noodzakelijk zijn voor de politietaak, kan de politie het bodycammateriaal conform de Wet politiegegevens verder verwerken. Daar staat maximaal vier weken voor. Indien er wordt besloten dat het bewaren van de beelden niet zinvol is, vernietigen agenten de opnames meteen aan het einde van hun dienst, aldus de politie.

Alles bij de bron; Security