Tijdens de bijeenkomst op 8 en 9 december werd gesproken over de encryptie-enquête die EU-landen onlangs hebben ingeleverd. Landen konden via de enquête aangeven hoe vaak ze met encryptie te maken krijgen en om wat voor encryptie het dan gaat. Op deze manier moest de impact van encryptie voor opsporingsdiensten in kaart worden gebracht. Ook werd er gevraagd naar wat voor soort maatregelen er tegen encryptie genomen moeten worden.

"Diverse lidstaten steunden het voortgangsrapport ten aanzien van encryptie. Zij gaven aan voorstander te zijn van praktische oplossingen, maar niet van wetgeving. Andere lidstaten waren van mening dat de mogelijkheid van wetgeving op dit terrein - in de toekomst - niet moet worden uitgesloten", zegt staatssecretaris Dijkhoff van Veiligheid en Justitie in een brief over de bijeenkomst. EU-commissaris King liet echter weten vooralsnog geen plannen te hebben ten aanzien van een wetgevend voorstel op het terrein van encryptie.

Volgens de staatssecretaris gaf een aantal lidstaten aan voorstander te zijn van praktische oplossingen, maar niet van wetgeving. Twee grote lidstaten wezen erop dat de mogelijkheid van wetgeving op dit terrein - in de toekomst - niet moet worden uitgesloten. Waarschijnlijk gaat het om Duitsland en Frankrijk. De twee landen kwamen eerder al met een plan om encryptie in te perken.

Alles bij de bron; Security