Morgen staan in Luxemburg twee klokkenluiders en een journalist - opnieuw - voor de strafrechter voor het lekken van geheime belastingafspraken tussen de Luxemburgse overheid en tientallen multinationals. De nasleep van LuxLeaks.

Édouard Perrin, onderzoeksjournalist in Parijs, maakt zich niet al te veel zorgen. Ongerust is hij over Antoine Deltour en Raphaël Halet, twee ex-werknemers van adviesbureau PricewaterhouseCoopers (PwC) in Luxemburg, die in 2012 vertrouwelijke documenten over de fiscale praktijken van multinationals aan hem gaven. "De juridische positie van klokkenluiders is slecht in Luxemburg, in heel Europa. Nog steeds", zegt Perrin.

Deltour en Halet stuitten in computers van PwC op duizenden belastingconstructies die de overheid in Luxemburg sloot met firma's die genoten daardoor grote fiscale voordelen. PwC regelde die afspraken voor hen. De publicaties brachten de net aangetreden voorzitter van de Europese Commissie, Jean-Claude Juncker, in een lastig parket. Juncker was eerder premier van Luxemburg, onder zijn regering waren de deals met de multinationals gesloten. Juncker erkende later dat de afspraken 'niet in alle gevallen' rechtvaardig waren en soms zelfs 'moreel onaanvaardbaar'.

Maar dat hielp Deltour en Halet niet. Zij werden veroordeeld tot voorwaardelijke gevangenisstraffen van twaalf en negen maanden en boetes van 1500 en 1000 euro, wegens diefstal, het illegaal toegang verschaffen tot PwC-computers en schending van het beroepsgeheim. De zaak tegen Deltour en Halet toont volgens Perrin aan dat klokkenluiders, die uit algemeen belang misstanden signaleren, volledige protectie tegen juridische acties moeten hebben. "Het hangt nu te veel af van nationale overheden of er een soort van bescherming is."

Alles bij de bron; Trouw