Het wetsvoorstel voor de nieuwe bewaarplicht is aan de Tweede Kamer verstuurd. De Raad van State adviseert om de nieuwe bewaarplicht in te voeren, maar wil wel dat er concreter omschreven wordt bij welke categorie misdrijven er gegevens mogen worden gevorderd. 

Volgens het wetsvoorstel moeten providers internetgegevens zes maanden bewaren en voor telefoniegegevens geldt een termijn van twaalf maanden. In alle gevallen gaat het enkel om metadata, zoals ip-adressen en telefoonnummers en de duur van het gesprek. De data moet worden opgeslagen op grondgebied van de EU. In de genoemde periodes kunnen opsporingsdiensten een verzoek indienen bij de rechter-commissaris om gegevens van verdachten in strafzaken in te zien. De nieuwe bewaarplicht werd in oktober vorig jaar al voorgesteld, maar destijds was het wetsvoorstel nog niet openbaar. Nu het naar de Tweede Kamer is gestuurd, is dat wel het geval en is het volledige wetsvoorstel in te zien.

Bij de vorige bewaarplicht, die in maart 2015 buiten werking werd gesteld, was zo'n rechterlijke toetsing er niet. De toetsing moet er volgens het kabinet voor zorgen dat burgers een waarborg hebben dat hun privacy niet zomaar wordt aangetast. 

Nu het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer is gestuurd, is ook het advies van de Raad van Stateopenbaar geworden. Daarin wordt opgemerkt dat concrete criteria over wat de ernst van een misdrijf moet zijn om het opvragen van gegevens te rechtvaardigen ontbreken. Het adviesorgaan adviseert daarom om de categorie misdrijven waarvoor opgeslagen gegevens morgen worden gevorderd duidelijk te omschrijven.

Alles bij de bron; Tweakers